Hoe kunnen we onze kinderen leren om gevaar op de weg te herkennen?

De basisverkeersregels uitleggen aan je kind



Zowel voor kleine als voor grote fietsers is een basiskennis van de verkeersregels onontbeerlijk voor een veilige tocht naar en van school. Enkele basisregels die kinderen zeker moeten kennen:

• De betekenis van de belangrijkste verkeersborden.
• De regel van voorrang van rechts.
• Het gebruik van het fietspad. Is er geen fietspad, dan mogen ze rechts op de baan fietsen, maar ze moeten de nodige afstand bewaren van eventuele geparkeerde auto’s (voor het geval er onverwacht iemand het autoportier opendoet). Fietsers mogen op de gelijkgrondse berm en parkeervakken langs de rijbaan rijden. Buiten de agglomeratie mogen ze ook op voetpaden en verhoogde bermen rijden. Maar let op: binnen de bebouwde kom mogen enkel kinderen jonger dan 10 jaar op het voetpad rijden.
• De arm uitsteken: ze moeten duidelijk de richting aangeven als ze naar links of rechts moeten afslaan, zodat automobilisten en andere weggebruikers zien wat ze van plan zijn.
• Het inhalen van auto’s: dat mag links wanneer de auto’s heel traag rijden, rechts wanneer ze stilstaan.
• Het gebruik van het fietsopstelvak, een speciale voorsorteerstrook aan stoplichten waar fietsers voor de rij auto’s kunnen gaan staan.
• Ook op de fiets mag je je smartphone niet gebruiken. Oortjes zijn eveneens verboden.

Het traject samen met je kind afleggen

Fietsen is op zich redelijk gemakkelijk, maar al fietsend op het verkeer letten en gevaarlijke situaties kunnen inschatten is al heel wat moeilijker. We raden dan ook aan om het traject van huis naar school enkele keren samen met je kind per fiets af te leggen, liefst vóór de eerste schooldag. Hetzelfde geldt als je kind te voet of met het openbaar vervoer naar school gaat.

• De route plannen: stippel samen met je kind de beste route naar school uit. Kies gerust voor een iets langere weg als die veiliger of minder druk is.
• Op de gevaren wijzen: maak je kind onderweg duidelijk wat de gevaarlijke punten of situaties zijn, zoals kruispunten, uitritten van garages …
• Het traject in beide richtingen afleggen: op de heenweg liggen er waarschijnlijk andere gevaren op de loer dan op de terugweg. Wijs je kind hier op en leer het de juiste reflexen aan.
• Een alternatief voorzien: als je kind met het openbaar vervoer naar school gaat, kan het nuttig zijn om een alternatieve route achter de hand te houden voor het geval de bus, tram of metro niet of niet op tijd komt.
• Op tijd vertrekken: wanneer je kind (te) laat vertrekt, zal hij of zij zich moeten haasten en minder goed opletten in het verkeer of onnodige risico’s nemen.

Enkele elementaire aanbevelingen voor je kind



Op de fiets

• Let goed op de “dode hoek” van bussen en vrachtwagens: blijf er zoveel mogelijk uit de buurt en houd minstens 3 meter afstand. De chauffeur kan je niet zien als je naast de vrachtwagen staat!
• Zorg voor een goede uitrusting (helm, fluohesje …) en vermijd hinderlijke of zware rugzakken.
• Kijk regelmatig de fiets na en check of alles naar behoren werkt: remmen, bel, banden, ketting, reflectoren en lichten …

Te voet

• Steek de straat over op een zebrapad. Als dat er niet is, kies dan een plek waar je een goed zicht hebt op de straat. Steek niet schuin, maar recht over.
• Stop en kijk eerst goed of er geen verkeer aankomt voor je oversteekt.
• Draag goed zichtbare kleding, zeker bij somber weer.

Met de auto

• Doe altijd je autogordel om, ook voor een heel kort traject.Stap indien mogelijk altijd aan de kant van het voetpad uit.
• Voor de chauffeur: respecteer de zone 30 in de buurt van de school.

En tot slot: of je nu te voet of met de fiets gaat, laat je smartphone onderweg in je zak zitten!

Bron: secunews.be