DE FEDERALE POLITIE is verantwoordelijk voor de gespecialiseerde en de bovenlokale [federale] politiezorg. art.3 al.3 Wet Geïntegreerde Politiedienst bepaalt hierover het volgende : "overeenkomstig Titel III van de huidige wet, verzekert de federale politie over het gehele grondgebied met inachtneming van de principes van specialiteit en subsidiariteit, de gespecialiseerde en de supralokale opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie, evenals ondersteunende opdrachten voor de lokale politiediensten en voor de politieoverheden." De federale politie bereidt het nationaal veiligheidsplan voor en draagt bij, met haar algemene diensten en directies, tot de uitvoering ervan (art.92) In dit plan worden jaarlijks de prioriteiten bepaald voor het volgende jaar.
De samenstelling van de federale politie bestaat uit een commissaris-generaal en drie algemene directies. Op het terrein is de federale politie per gerechtelijk arrondissement gedeconcentreerd aanwezig. De gedeconcentreerde diensten worden geleid door directeurs. Er zijn bestuurlijke en gerechtelijke gedeconcentreerde diensten:de gedeconcentreerde coördinatie- en steundienst wordt geleid door de bestuurlijke directeur-coördinator (dirco);de gerechtelijke gedeconcentreerde dienst door de gerechtelijke directeur (dirjud). Het zijn verbindingsofficieren met de lokale politie. Het gezag en de leiding van de federale politie berust bij de ministers van Binnenlandse zaken en van Justitie.
Bevoegdheid: de federale politie is bevoegd voor het gehele grondgebied van het Rijk. Er bestaat echter geen strikte inhoudelijke bevoegdheidsafbakening tussen de federale en de lokale politie. Het zou verkeerd zijn te veronderstellen dat er 'federale misdrijven' zijn waarvoor de federale politie bevoegd is en 'lokale misdrijven' die tot de bevoegdheid van de lokale politie zouden behoren. De bevoegdheidsafbakening tussen de federale en de lokale politie wordt in België als een functionele aangelegenheid opgevat. De meerwaarde van een federale politiedienst is vooral gelegen in de beheersing van de supralokale fenomenen en de technische ondersteuning van de lokale politie bij de beheersing van de lokale fenomenen. Ten aanzien van de federale politie gelden de beginselen van de specialiteit en subsidiariteit. De verdere afbakening van de bevoegdheden van enerzijds de lokale en anderzijds de federale politie wordt aan de minister van Justitie overgelaten, die richtlijnen kan uitvaardigen op grond van de Wet Politieambt.