De lokale politie is verantwoordelijk voor de basispolitiezorg (community policing) Art.3 al.2 [lokalel] Wet Geïntegreerde Politiedienst bepaalt hierover het volgende :"overeenkomstig Titel II van de huidige wet, verzekert de lokale politie op het lokale niveau de basispolitiezorg, meer bepaald alle opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke poliite die nodig zijn voor het beheren van lokale gebeurtenissen en fenomenen die zich voordoen op het grondgebied van de politiezone, evenals het vervullen van sommige politieopdrachten van federale aard"
Het grondgebied van het Rijk wordt ingedeeld in politiezones die uit één of meerdere gemeenten bestaan. Voor meergemeentezones komen er een politieraad en een politiecollege, in ééngemeentezones zijn het de gemeenteraad en de burgemeester en schepencollege die bevoegd blijven.
Per politiezone wordt een zonale veiligheidsraad ingesteld. Binnen dit orgaan wordt een systematisch overleg georganiseerd tussen de burgemeesters, de procureur des Konings, de korpschef van de lokale politie en de bestuurlijke directeur-coördinator van de federale politie of zijn afgevaardigde. Deze raad bespreekt het zonaal veiligheidsplan, bevordert de optimale coördinatie van het optreden van de lokale politiediensten en evalueert de uitvoering van het plan.
Elke politiezone beschikt over een lokaal politiekorps, dat wordt geleid door een korpschef. Deze chef wordt aangewezen op basis van een functieprofiel, en dit volgens een mandaatsysteem (beperkt in de tijd - 5 jaar)
Het gezag en de leiding over de lokale politiedienst wordt uitgeoefend door de burgemeester (ééngemeentezones) of het politiecollege (meergemeentezones). De korpschef heeft een uitvoerende functie : hij staat in voor de uitvoering van het lokaal politiebeleid, meer bepaald voor de uitvoering van het zonaal veiligheidsplan.