De politiële criminaliteitsstatistieken voor het jaar 2021 zijn gepubliceerd!

BRUSSEL, 04/08/2022. - De Federale Politie publiceert vandaag de politiële criminaliteitsstatistieken voor het jaar 2021. In totaal registreerden de politiediensten 866.588 criminele feiten die plaatsvonden in 2021. De coronacrisis drukte opnieuw haar stempel op de criminaliteitscijfers, zij het wat minder uitgesproken dan in 2020. Terwijl bepaalde criminaliteitsvormen zich lijken te ‘herstellen’ na coronajaar 2020, ondervinden anderen nog steeds een duidelijke impact van de pandemie. Eén ding lijkt alvast zeker: cybercriminaliteit is intussen een gevestigde waarde.

 

statistieken

Alle cijfers zijn beschikbaar via www.stat.federalepolitie.be

Sinds het jaar 2000 verzamelt de Federale Politie het totaal aantal feiten dat de Lokale en Federale Politie jaarlijks registreren in de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG). De cijfers bieden een zicht op de evolutie van de criminaliteit in België over de jaren heen, al moeten ze met grote voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. Een stijging van het cijfer van een bepaald type misdaad betekent niet noodzakelijk dat die vorm van criminaliteit vaker voorkomt, maar kan duiden op een stijging in de aangiftebereidheid bij de bevolking of een evolutie in de onderzoekstechnieken.

 

Verdergezette impact van de coronacrisis

Bij de publicatie van de criminaliteitsstatistieken voor 2020, in juli vorig jaar, was het overduidelijk: ten gevolge van de coronacrisis hadden de cijfers voor heel wat criminaliteitsvormen een serieuze bocht genomen. Registraties inzake cybercriminaliteit schoten pijlsnel de hoogte in, met onder andere een verdrievoudiging van de meldingen van phishing tegenover het jaar ervoor. Andere, meer ‘traditionele’ criminaliteitsvormen zoals diefstallen kenden dan weer een opvallende daling. Bovendien zorgden de registraties van inbreuken op de in 2020 vastgelegde coronamaatregelen voor een nieuwe categorie in de cijfers.

Net als 2020 werd ook 2021 getekend door de coronacrisis. Doorheen het jaar kondigde de regering verschillende maatregelen af om de pandemie de kop in te drukken. Hoewel de impact van de coronacrisis op de criminaliteitscijfers minder uitgesproken is dan in 2020, blijft ze ontegensprekelijk aanwezig.

De politiediensten registreerden in totaal 866.588 criminele feiten die plaatsvonden in 2021*. Dat is een daling van 12,4% (-122.600 feiten) ten opzichte van 2020. Die daling kan echter grotendeels verklaard worden door de handhaving van de coronamaatregelen. Terwijl er in 2020 nog 192.307 inbreuken op de maatregelen in de strijd tegen Covid-19 werden geregistreerd, waren dat er in 2021 nog 68.104.

 

Cybercriminaliteit nog steeds in stijgende lijn

Een steevaste stijger in de criminaliteitsstatistieken is al jaren de cybercriminaliteit. Naarmate onze samenleving meer en meer gebruik maakt van het internet en van technologie, doen ook criminelen hier steeds vaker een beroep op. Dat was in 2021 niet anders, al is de stijging wel minder uitgesproken dan de voorgaande jaren.

Het voorbije jaar werden er 47.560 inbreuken op de wet op de informaticacriminaliteit geregistreerd. Dat is 6,9% meer dan in 2020. Het gaat dan om de pure informaticamisdrijven: aanslagen op de veiligheid van een informaticasysteem of de integriteit van de in een informaticasysteem opgeslagen gegevens. Concrete voorbeelden zijn het blokkeren van iemands computer via malware, het verspreiden van virussen, hacking en phishing.

Grafiek: aantal geregistreerde feiten inzake informaticacriminaliteit per jaar

Specifiek voor phishing, een veelvoorkomende vorm van informaticacriminaliteit, werden er in 2021 8.329 feiten geregistreerd. Dat is een stijging van 10,7% (+804 feiten) tegenover 2020. De stijgende trend blijft zich dus verderzetten, maar van een verdrievoudiging van feiten zoals we die in 2020 zagen, was in 2021 gelukkig geen sprake.

Naast de pure inbreuken op de informaticawet zijn er ook andere, ‘klassieke’ misdrijven die in toenemende mate gepleegd worden door middel van ICT. Een gekend voorbeeld is oplichting via internet of internetfraude. Hieronder vallen alle vormen van oplichting waarbij gebruik wordt gemaakt van het internet. Fraude bij online aankopen bijvoorbeeld, maar ook vriendschapsfraude, identiteitsfraude, … In 2021 werden 38.186 feiten van internetfraude geregistreerd. Ook dat is een lichte stijging (+3,7% of +1.363 feiten) tegenover het jaar voordien, maar een exponentiële stijging zoals in 2020 – toen een stijging van 44,4% tegenover de cijfers van 2019 – bleef uit.

 

Voetbalwet: impact van coronacrisis alweer verdwenen

Een opvallende stijger dit jaar: de inbreuken op de voetbalwet. Terwijl het aantal geregistreerde inbreuken in 2020 nog wegzakte tot slechts 154 feiten, een logisch gevolg van de coronacrisis en de lege stadions die daarbij kwamen kijken, registreerden de politiediensten in 2021 alweer 501 inbreuken. Dat zijn net iets meer inbreuken dan vóór de coronacrisis: in 2019 werden 489 inbreuken op de voetbalwet genoteerd. Opvallend: het merendeel van de inbreuken situeren zich in de tweede helft van 2021, op het moment dat de situatie in de voetbalstadions zich ‘normaliseerde’. Met andere woorden: er werden in 2021 ongeveer evenveel feiten geregistreerd als in 2019, maar in een veel korter tijdsbestek.

Annelies Verlinden, minister van Binnenlandse Zaken: “De toekomst is digitaal, en dus ook de criminaliteit. De trend van de afgelopen jaren zet zich voort: criminelen gebruiken steeds vaker het internet voor hun criminele activiteiten. De politie blijft niet achter. We investeren de komende jaren verder in ICT, en rekruteren gespecialiseerde ICT-profielen. En ook in de voetbalstadions zien we een kwalijke evolutie: opnieuw een toename van het aantal incidenten. Daarom lanceerden we samen met de ProLeague en de voetbalbond een actieplan Samen voor veilig voetbal, waarin de politie een belangrijke rol speelt. Ik roep daarom de clubs en de verantwoordelijke organisaties dan ook op om samen met de Lokale en Federale politie het werk verder te zetten, en elke inbreuk op de voetbalwet te sanctioneren.”

 

Impact coronacrisis op aantal inbraken blijft voelbaar

In 2020 bleek al dat de coronacrisis - wellicht dankzij het vele thuiswerk, de verminderde mobiliteit en de tijdelijke sluiting van bepaalde handelszaken - een positief effect had op de vaststellingen van diefstal en afpersing. Tussen 2019 en 2020 daalden die cijfers spectaculair. In 2021 namen de registraties van diefstal en afpersing weer lichtjes toe (+2,9%), maar daarmee komen we nog lang niet in de buurt van de cijfers vóór de coronacrisis.

 

Grafiek: aantal geregistreerde feiten inzake diefstal en afpersing per jaar

Wat de inbraken in gebouwen betreft, tekenen we zelfs opnieuw een daling in het aantal feiten op. In totaal werden er in 2021 43.572 inbraken in gebouwen geregistreerd. Dat is een daling met 3,9% ten opzichte van 2020 en met 30,8% ten opzichte van 2019. Voor de woninginbraken – 34.140 geregistreerde feiten of pogingen in 2021 – noteren we opnieuw het laagste cijfer ooit.

Vincent Van Quickenborne, vice-eersteminister en minister van Justitie: “De criminaliteitscijfers tonen dat we herstellen van de naweeën van de coronapandemie. Nu is het tijd om een andere pandemie aan te pakken: die van seksueel geweld. We hebben vanaf dag 1 van deze legislatuur een prioriteit gemaakt van de strijd tegen seksueel geweld. Zo is sinds 1 juni het nieuw seksueel strafrecht van kracht met zwaardere straffen, nieuwe verzwarende bestanddelen zoals spiking, duidelijkere omschrijvingen van misdrijven en minder ruimte voor interpretatie. Uit de cijfers van de Zorgcentra na Seksueel Geweld, die in elke provincie worden uitgerold, zien we dat de aangiftebereidheid heel sterk stijgt. Door ook sneller en via geavanceerde technieken sporen af te nemen, wordt de bewijslast groter en resulteert dit in meer veroordelingen.”

* Deze cijfers zijn gebaseerd op de gerechtelijke PV’s die op 16 mei 2022 geregistreerd waren in de ANG. Een zeer lichte stijging in de cijfers is daarom nog mogelijk, bijvoorbeeld omwille van de laattijdige registratie van PV’s voor feiten die aan het einde van het jaar plaatsvonden. Sommige feiten – zoals zedenfeiten – worden niet altijd onmiddellijk aan de politie gemeld.