De verleiding is soms groot om als fietsers met z'n tweeën naast elkaar te rijden. Dat kan het verkeer vertragen en eventueel conflicten veroorzaken met andere bestuurders. De wegcode voorziet echter deze gevallen en bepaalt duidelijk de rechten en de plichten van de fietsers.
Fietsers mogen steeds met z'n tweeën naast elkaar rijden, behalve in bepaalde situaties, afhankelijk van de omstandigheden waarin de fietsers zich bevinden.
- Op het fietspad: mogen fietsers met twee naast elkaar rijden op voorwaarde dat ze noch elkaar, noch de andere gebruikers van het fietspad hinderen of in gevaar brengen. Als bijvoorbeeld het (tweerichtings)fietspad te smal is, bij het kruisen of als een ander rijwiel je wil inhalen ga je best achter elkaar rijden.
- Op de rijbaan binnen de bebouwde kom: alleen als het kruisen met een voertuig dat uit de tegenovergestelde richting komt, niet mogelijk is, moeten fietsers achter elkaar rijden.
- Op de rijbaan buiten de bebouwde kom: wanneer het kruisen met een voertuig dat uit de tegenovergestelde richting komt, niet mogelijk is en ook bij het naderen van een achteropkomend voertuig moeten fietsers achter elkaar rijden.
- Op een busstrook of bijzondere overrijdbare bedding: Wanneer fietsers de rijstrook die voorbehouden is aan voertuigen van geregelde openbare diensten en aan voertuigen bestemd voor het ophalen van leerlingen (busstrook) of de bijzondere overrijdbare bedding mogen volgen, moeten zij achter elkaar rijden
Je vraag blijft onbeantwoord? Contacteer Lokale Politie Brakel - Horebeke - Maarkedal - Zwalm via het contactformulier of telefonisch via 055 42 60 00.
Of zoek opnieuw