Defensief rijden is gericht op het voorkomen van ongevallen, door onder andere mogelijke gevaren te voorzien. Als alle bestuurders van alle voertuigen altijd en overal de principes van het defensief rijden zouden toepassen, zouden er ongetwijfeld heel wat minder (zware) ongevallen gebeuren.
- Geen fouten begaan: het verkeersreglement is er om gevolgd te worden. Gevaarlijk inhalen, geen voorrang verlenen, onoplettend en nonchalant rijden zijn allemaal elementen van het asociale gedrag dat we soms vertonen.
- Je auto verwaarlozen door slecht onderhoud, rijden met slechte remmen, versleten banden of schokdempers… het zijn allemaal elementen die de kans op een ongeval verhogen. Defensief rijden betekent dan ook de nodige aandacht hebben voor je wagen om die in goede staat in het verkeer te brengen.
- De fouten van anderen opmerken: hou iedereen en alles in het oog. Zo kan je anticiperen en tijdig reageren. Kom je kort bij een school en het is net de tijd voor het verlaten van de school: vertraag tijdig, kijk goed uit voor kinderen. Je ziet enkele kinderen enkele tientallen meters voor je op de rand van de straat. Zouden ze oversteken? Hou er rekening mee dat kinderen onverwachte bewegingen kunnen maken. Je hebt net een auto zien parkeren voor je. Gaat men de deur van de wagen opendoen? Vermoedelijk wel, je kan dus anticiperen.
- Rekening houden met de omstandigheden: weersomstandigheden spelen een rol. Een nat wegdek betekent een langere remafstand. Een lage zonnestand kan mensen verblinden. Naast de weersomstandigheden heb je ook andere omstandigheden: de drukte van het verkeer, het gedrag van andere weggebruikers, telefoneren of de krant lezen aan het stuur...
- Leren kijken: een beginnende bestuurder kijkt meestal enkele meters voor de motorkap. Beter is verder voor je uit te kijken: het gevaar bevindt zich meestal verderop. Verder voor je uit kijken is de boodschap, en ook zeer regelmatig in je achteruitkijkspiegel kijken. Zo weet je op elk moment wat er zich rond je wagen afspeelt. Hoe sneller je rijdt hoe smaller je gezichtsveld wordt. Staar daarom niet naar één punt voor je maar beweeg je ogen regelmatig naar links en rechts. Gebruik zelf ook steeds je richtingaanwijzers zodat voertuigen weten je van plan bent.
- Speciale aandacht voor een kruispunt: statistieken geven aan dat veel ongevallen op een kruispunt gebeuren. Defensief rijden is hier zeker aan gewezen. Vertraag en verdubbel je aandacht. Kijk naar het verkeer in de volgende volgorde: achter je (want je vertraagt dus is er misschien iemand vlak achter je), links ( het verkeer dat het korst bij je rijdt is en dus ook het gevaarlijkst) en rechts.