14 huiszoekingen in Limburgs dossier van grootschalige fraude met invaliditeitsuitkeringen

BRUSSEL, 24/03/2017. - Woensdagochtend 22 maart 2017 werden er door de Federale gerechtelijke politie Limburg 14 huiszoekingen uitgevoerd in kader van een langlopend dossier rond sociale fraude met invaliditeitsuitkeringen. De twee hoofdverdachten, B.B. uit Heusden-Zolder en I.A. uit Genk, zouden jarenlang aan niet-uitkeringsgerechtigde personen de mogelijkheid gegeven hebben om invaliditeitsuitkeringen te ontvangen, en dit met medewerking van geneesheren, controleartsen, …



Binnen Vlaanderen staat Limburg sinds enkele jaren aan de top voor wat betreft het aantal dagen ziekteverzuim alsook voor wat betreft het aantal langdurig zieken. De oorzaak van deze vaststelling zou gelinkt kunnen worden aan deze zaak.



B.B. startte deze handel en richtte zich voornamelijk naar mensen van Turkse origine. Hij vroeg tussen de € 3.500 en € 10.000 per persoon, naargelang zijn geleverde werk. Hij leverde zijn 'klanten' een fictieve inschrijving in België, een fictieve tewerkstelling en begeleiding naar de dokters (psychiater, neuroloog en neurochirurg) en de mutualiteit.

Aan de tweede hoofdverdachte, I.A. uit Genk, werd via B.B ook een invaliditeitsuitkering toegekend, en hij stapte mee in de handel.



Via dit systeem wordt de sociale welvaartstaat op ernstige wijze aangetast en loopt het nadeel voor de Belgische schatkist, over verschillende jaren, op tot miljoenen euro's. Het gaat dan over onterechte uitkeringen (invaliditeit, zorgverzekering), dokterskosten verbonden aan het bekomen van deze onterechte uitkeringen (MR scan,…), verhoogd kindergeld, gezinsverenigingen, bekomen van studiebeurzen, verlaagde tarieven op elektriciteit tot zelfs de verhoogde pensioenberekening op basis van deze onterechte uitkering.



Voor fictieve tewerkstelling zou er ook misbruik gemaakt zijn van dienstencheques. Het principe gaat als volgt: vooraleer een werknemer recht heeft op een uitkering, moet hij/zij minstens 101 dagen deeltijds hebben gewerkt. Als de werknemer nadien ziek valt, wordt de uitkering berekend op het laatst betaalde loon.

De verdachten zouden misbruik gemaakt hebben van dit systeem: er werd schijnbaar een systeem opgezet waarbij huiseigenaars geld kregen voor de aankoop dienstencheques en deze ook aftekenden als gewerkte uren, zonder dat er gepoetst werd. De huiseigenaars kregen de fiscale aftrek van de dienstencheques (€ 2.70 per cheque als belastingvoordeel) ter vergoeding. De fictieve werknemer werkte op die manier volgens officiële gegevens deeltijds gedurende 101 dagen. Nadien werd de werknemer voltijds tegen een goed loon ingeschreven om dan kort daarna ziek uit te vallen. En op basis van dit hoger loon werd de uitkering berekend.

Met andere woorden: door mensen fictief tewerk te stellen via dienstencheques en nadien voor een korte periode een hogere weddenschaal toe te kennen, werd er hen onterecht een verhoogde uitkering toegekend. En door het gebruik van dienstencheques moesten de verdachten ook geen RSZ-bijdrage financieren; dat gebeurt door het uitzendkantoor. Zo maakten ze bij wijze van spreken dubbele winst.



Onderzoeksrechter Gruyters van Limburg beval de huiszoekingen, waarbij talloze documenten en informaticadragers in beslag genomen, alsook twee voertuigen en een geldsom van € 38.000. Er werden 4 verdachten (2 uit Heusden-Zolder, 1 uit Genk en 1 uit Knokke) aangehouden, waaronder een geneesheer-specialist. Eén arts van 84 jaar werd onder voorwaarden vrijgelaten (verbod praktijk uit te oefenen).