20 jaar dienst 'Opsporingsberichten': 350 TV uitzendingen en 2000 behandelde dossiers

De Belgische televisie zond op 24 februari 1997 met 'Oproep 2020' op VTM en twee dagen later met 'Appel à témoins' op de RTBF het eerste opsporingsprogramma uit. De wettelijke basis daarvoor was de ministeriële richtlijn van 1996 van de toenmalige minister van Justitie, Stefaan De Clerck. Deze richtlijn biedt een kader voor de gerechtelijke opsporingsberichten in de media en op internet.

In die 20 jaar werden 9 verschillende programma's geheel of gedeeltelijk aan opsporingsberichten gewijd: naast de twee pioniers waren er vervolgens'Getuigen gezocht', 'OOGgetuige' en 'Koppen justitie' op de VRT, 'Affaires non classées' op RTL-TVI en 'Telefacts crime' op VTM. Natuurlijk mogen we ook 'FAROEK' op VTM niet vergeten, dat voor het vierde seizoen op rij nog steeds op VTM te zien is. Tot slot is er ook nog 'Enquêtes' op RTL-TVI, waarbij tijdens elke uitzending telkens 1 crimeclip getoond wordt.

Op die 20 jaar tijd geeft dat een totaal van niet minder dan 350 uitzendingen en ongeveer 2000 behandelde dossiers.

De dienst 'Opsporingsberichten', die momenteel een twaalftal medewerkers telt, heeft twee hoofdopdrachten: het opstellen van het recherche- en informatieblad (RIB) en het verspreiden van opsporingsberichten in de media.

Het RIB is uitsluitend bestemd voor de personeelsleden van de geïntegreerde politie, terwijl de opsporingsberichten een zo groot mogelijk publiek moeten bereiken.

De dienst verspreidde in 2016 ongeveer 10 keer meer interne dan externe opsporingsberichten, namelijk ongeveer 5000 tegenover 423.

Het mediateam, dat onder meer de korte opsporingsberichten en de reportages voor de televisie voor zijn rekening neemt, telt 5 personeelsleden, onder wie drie politieagenten.

Elk personeelslid van dit beperkte team heeft om de beurt een 24/7-permanentiedienst, zodat het erg snel een opsporingsbericht kan verspreiden. In geval van een onrustwekkende verdwijning telt immers elke seconde.

Het mediateam gaat daarnaast ook op het terrein voor opnames en het produceert zelf ook videoclips. De teamleden werken natuurlijk nauw samen met de onderzoekers en de parketten. Een magistraat moet immers voorafgaandelijk zijn akkoord geven voor de verspreiding van een opsporingsbericht in de media.

Sinds 1997 heeft het mediateam niet minder dan 6000 berichten verspreid, met inbegrip van de 2000 via televisiereportages. De cijfers tonen dat dit werk niet tevergeefs is.De algemene gecumuleerde oplossingsgraad bedraagt 30 %.

Enkele cijfers voor 2016

Type opsporingsberichten

Aantal opsporingsberichten

Oplossingsgraad
Globaal 423 64%
Verdwijningen 212 95%

Korte opsporingsberichten

328 72%
Crimeclips en reportages FAROEK (VTM) en ENQUETES (RTL-TVI) 95 33%

Wat zijn de opmerkelijke evoluties sinds 1997? Deze zijn vooral toe te schrijven aan twee fenomenen.

Enerzijds duiken er op steeds meer plaatsen bewakingscamera's op. De beeldkwaliteit is ook steeds beter. Daardoor kunnen er meer, en soms ook zeer goede, beelden worden verspreid.

Anderzijds wordt het publiek dat ons volgt steeds groter. Via YouTube, de website www.federalepolitie.be, Facebook, Twitter of onze mailinglijst Addemar bereiken we rechtstreeks tienduizenden mensen. Daarbij komen nog de kijkers van de tv-uitzendingen en de lezers van de geschreven pers.

Nog een vaststelling: sinds de dramatische aanslagen van maart 2016 hebben we een stijging met 87 % vastgesteld van mensen die de politie op Facebook volgen (van 28500 naar 53000). Op Twitter in het Nederlands is er een toename van het aantal volgers met 33% (van 10700 naar 14250) en in het Frans met 243% (van 1700 naar 5900). De bevolking lijkt bovendien ook meer aandacht te besteden aan veiligheid. Dit blijkt uit de getuigenissen die we krijgen via het nummer 0800/30 300.

Wat wensen we voor de toekomst? Een bijdrage blijven leveren aan een veiligere maatschappij via onder meer een informatiegestuurde politiezorg.

De onderzoekers op het terrein van hun kant leveren schitterend werk, waardoor heel wat gerechtelijke onderzoeken opgelost worden. De opsporingsberichten vormen een schakel in het proces. Ze laten in sommige gevallen toe een onderzoek uit het slop te halen of bijkomende elementen, à charge of à décharge, te verkrijgen.

Wij langs onze kant kunnen de politieagenten een nog efficiëntere ondersteuning bieden wanneer we over de modernere en interactieve internet- en intranetplatformen zullen beschikken waaraan de federale politie momenteel werkt. Dit zal ook de burgers ten goede komen.

De dienst 'Opsporingsberichten' wenst tot slot de media te bedanken voor hun cruciale rol die ze in dat domein spelen. Zonder hun steun zou de impact bij het publiek veel minder groot zijn waardoor ook minder misdrijven en onrustwekkende verdwijningen opgelost zouden geraken.

Wenst u op een opsporingsbericht te reageren? Bel dan naar het gratis nummer 0800/30 300 of stuur een mail naar opsporingen@police.belgium.eu!