De Federale Gerechtelijke Politie en de sociale inspectiediensten gaan nauwer samenwerken in de aanpak van georganiseerde sociale fraude

BRUSSEL, 13/11/2019. - Marc De Mesmaeker, commissaris-generaal van de Federale Politie, Christian De Valkeneer, portefeuillehouder sociale fraude bij het college van procureurs-generaal, en de verantwoordelijken van de vijf sociale inspectiediensten – Karel De Ridder (RSZ), Damien Delatour (TSW), Kevin Florizoone (RVA), Muriel Galerin (RSVZ) en Patricia Heidbreder (RIZIV) – ondertekenden op dinsdag 12 november het kaderakkoord inzake samenwerking in gemengde onderzoeksteams binnen de materie van de georganiseerde sociale fraude, in het vakjargon het kaderakkoord MOTEM of het kaderakkoord multidisciplinaire onderzoeksteams.

Het huidig kaderakkoord vindt zijn oorsprong enerzijds in de wet van 26 maart 2014 met betrekking tot de optimalisatiemaatregelen voor de Federale Politie en anderzijds in het samenwerkingsprotocol justitie, politie en sociale inspectiediensten, door de verantwoordelijke ministers ondertekend op 14 december 2017.

In de optimalisatiewet werd bepaald dat, onder andere inzake georganiseerde sociale fraude, eenheden gecreëerd zouden worden belast met gespecialiseerde onderzoeken door deel uit te maken van gemengde multidisciplinaire onderzoeksteams, de zogenaamde MOTEM, en dit in de arrondissementen Antwerpen, Brussel, Charleroi/Bergen, Oost-Vlaanderen en Luik. Deze opportuniteit werd verder opgepikt in het samenwerkingsprotocol van 14 december 2017, dat het sluiten van akkoorden tot het inzetten van deze MOTEM zou aanmoedigen en bevorderen. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in de ondertekening van het huidig kaderakkoord.

De ondertekening van dit akkoord wordt geprezen door de verschillende verantwoordelijke ministers. Zo heeft Minister van Justitie Koen Geens de deelnemende partners bij de ondertekening van dit kaderakkoord persoonlijk gefeliciteerd en sprak hij zijn appreciatie uit voor het initiatief: “De bescherming van onze sociale welvaartsstaat vergt een daadkrachtig optreden tegen de georganiseerde criminaliteit die illegaal voordeel probeert te halen uit die welvaartsstaat. Feiten van ernstige en georganiseerde sociale fraude zetten ons systeem extra onder druk met alle negatieve gevolgen van dien voor de hele gemeenschap. Ik onderschrijf dan ook volledig de multidisciplinaire aanpak om met deze onderzoeksteams dit soort criminaliteit een halt toe te roepen.”

Minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid Pieter De Crem : “De ondertekening van het kaderakkoord multidisciplinaire onderzoeksteams is een belangrijke stap in de strijd tegen georganiseerde sociale fraude. Een gezamenlijke aanpak loont en dit is dan ook een doorslaggevend argument om de reeds bestaande samenwerking verder te intensifiëren, uit te bouwen en te professionaliseren met een bijzondere focus op de interactie tussen sociale inspectiediensten en de Federale Gerechtelijke Politie.”   

Luc Cap, gerechtelijk directeur van de Federale Gerechtelijke Politie Oost-Vlaanderen en tevens programmanager inzake de aanpak van sociale fraude bij de politie, stelt dat dit kaderakkoord grotendeels een bevestiging is van hetgeen vandaag reeds op terrein gebeurt. Verschillende dossiers hebben dit al aangetoond, voornamelijk in de transport- en bouwsector, maar ook in de fraude met sociale uitkeringen en kinderbijslagen. Uit de evaluatie van het programma sociale fraude binnen het nationaal veiligheidsplan blijkt dat de Federale Gerechtelijke Politie in de periode 2016-2018 zo’n 300 dossiers rond sociale fraude heeft onderzocht, of hiermee nog aan de slag is. Gedurende deze drie jaren werden hiervoor gemiddeld 40 rechercheurs per jaar ingezet. De dossiers focussen zich voornamelijk op sociale dumping en zwartwerk. De meest actieve arrondissementen hierin zijn Antwerpen, Brussel en Oost-Vlaanderen.

In 56% van deze dossiers is er een zeer nauwe samenwerking met de sociale inspectiediensten. De diensten waarmee het vaakst werd samengewerkt betreffen de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ), de Algemene Directie Toezicht Sociale Wetten (TSW) en de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA).

Het huidige kaderakkoord zal de reeds bestaande samenwerking nog verder intensifiëren en professionaliseren. Minister voor de Bestrijding van de sociale fraude Philippe De Backer stelt het zeer duidelijk: "Bij de hervorming van de sociale inspectiediensten eind 2016 was de samenwerking tussen justitie, politie en sociale inspectiediensten een belangrijk element. We hebben toen een protocol justitie afgesloten, om structureel samen te werken en gegevens uit te wisselen in sociale dumpingdossiers. En met succes. In de bouwsector, transportsector,... zijn er steeds meer succesvolle gerechtelijke dossiers. Op lokaal vlak wordt er ook intensief samengewerkt in het kader van het grootstedenbeleid. Met dit operationeel samenwerkingsprotocol zullen MOTEM, lokale multidisciplinaire teams, in alle gerechtelijke arrondissementen mogelijk worden, wat de slagkracht in de strijd tegen de sociale fraude en criminaliteit opnieuw zal vergroten. De MOTEM zullen toelaten om op een snelle en flexibele manier in te spelen op nieuwe fenomenen zoals de nagelstudio's, louche handelszaken, faillissementscarrousels, enz."

Deze versterkte aanpak van georganiseerde sociale fraude dient bovendien de oneerlijke concurrentie sterk terug te dringen. Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO'S, Landbouw en Maatschappelijke Integratie Denis Ducarme: “De afgelopen jaren hebben we de strijd opgevoerd tegen sociale dumping en oneerlijke concurrentie waarvan onze zelfstandigen en onze ondernemingen soms het slachtoffer zijn. Het akkoord dat vandaag is afgesloten tussen de verschillende betrokken diensten laat toe om de strijd tegen georganiseerde sociale fraude nog meer op te voeren en aldus de zelfstandigen en KMO’s die de geldende regels naleven beter te beschermen!

In de praktijk biedt dit kaderakkoord de mogelijkheid om in elk gerechtelijk arrondissement een multidisiciplinair onderzoeksteam (MOTEM) op te richten, bestaande uit gespecialiseerde rechercheurs van de Federale Gerechtelijke Politie en inspecteurs van de bevoegde sociale inspectiediensten, op het ogenblik dat een belangrijk dossier van georganiseerde fraude zich aanbiedt. Op dat ogenblik zullen de betrokken diensten onder de verantwoordelijkheid van de arbeidsauditeur of de onderzoeksrechter afspraken maken op welke wijze dit dossier zal aangepakt worden, welke middelen zij hiervoor zullen inzetten en binnen welke timing zij verwachten dit dossier af te werken.

De verschillende ondertekenaars van dit kaderakkoord stellen dat hiermee opnieuw een bijzondere stap gezet is ter verbetering van de samenwerking tussen de verschillende diensten, hetgeen de aanpak van de georganiseerde sociale fraude alleen maar kan ten goede komen.