Waar moet ik een blauwe kaart (parkeerschijf) gebruiken?
In een blauwe zone hoef je niet te betalen voor een parkeerplaats, maar je kunt er niet lang parkeren. In deze zones gebruik je de parkeerschijf. Met de parkeerschijf kan je maximaal 2 uur parkeren. Je legt de kaart duidelijk zichtbaar op het dashbord.
Het gebruik van de parkeerschijf is verplicht:
- In blauwe zones;
- Op openbare wegen met blauwe zones;
- Op plaatsen waar een P-bord staat aangevuld met een onderbord "Parkeerschijf";
- Als de parkeermeter of betaalautomaten het niet doen.
Op deze plaatsen moet de schijf gebruikt worden van maandag tot en met zaterdag van 9 uur 's morgens tot 18 uur 's avonds tenzij de plaatselijke signalisatie anders aanduidt.
Je stelt de parkeerschijf in op het streepje dat volgt op het tijdstip van aankomst. Dat streepje kan dus een half uur of een heel uur aanduiden. Vanaf het aangeduide streepje heb je 2 uur parkeertijd, maar de stad kan door onderborden deze tijd langer of korter maken.
Parkeerwachters controleren meerdere keren per dag de parkeerschijven in de geparkeerde wagens. Als in een wagen geen parkeerschijf achter de voorruit ligt, stoppen ze een overschrijvingsformulier onder de ruitenwisser. In een straat waar blauwe zone van kracht is, geldt dit formulier meteen voor 5 uur parkeren.
Zorgverstrekkers met een gemeentelijke parkeerkaart voor zorgverstrekkers dienen ook nog hun parkeerschijf voor te leggen. Ze kunnen maximaal twee uur parkeren.
Uitzondering
Niet iedereen moet de parkeerschijf gebruiken. Deze categorieën zijn vrijgesteld:
- Alle voertuigen die geen auto's zijn (motorfietsen);
- Voertuigen die bestuurd worden door een persoon met een handicap die de speciale parkeerkaart voor gehandicapten plaatst;
- Bewoners die een bewonerskaart hebben als de signalisatie duidelijk vermeldt: "uitgezonderd bewoners".