Je gaat niet akkoord met de boete (bezwaar)?

Wanneer de politie een overtreding vaststelt, krijg je via de post een verzoek tot betaling van de boete. Je hebt 45 dagen de tijd om de boete te betalen. Ben je niet akkoord met de vaststelling van de politie en weiger je de boete te betalen? Dan moet je binnen de 30 dagen na verzending van het verzoek een gemotiveerd bezwaar sturen. In dat geval mag je de herinnering tot betaling die je zal ontvangen negeren.

Na het verlopen van de proceduretermijn zal de post ons automatisch signaleren dat je de onmiddellijke inning niet betaald hebt. Hierna zullen wij de onmiddellijke inning samen met het bezwaarschrift, aan het bevoegde Parket overmaken.

Het parket kan twee beslissingen nemen:

  • Je bezwaar wordt aanvaard, waarop de onmiddellijke schikking wordt geseponeerd.
  • Je bezwaar wordt niet aanvaard, waarop er een voorstel tot een minnelijke schikking volgt. Het gaat om een voorstel van het parket aan de overtreder om een bepaalde som - 10 euro meer dan de onmiddellijke inning - te betalen en op die manier een einde te stellen aan de vervolging.

Als de overtreder het bedrag van de minnelijke schikking betaalt, wordt de zaak niet verder behandeld door de rechtbank. De overtreder heeft tussen 15 dagen en drie maanden tijd om een minnelijke schikking te betalen. Deze betaling gebeurt eveneens met een overschrijvingsbewijs dat door het parket wordt overgemaakt.

Indien nodig kan de Procureur des Konings bepaalde betalingsfaciliteiten toekennen.



Dagvaarding voor de rechtbank

Als de overtreder noch de onmiddellijke inning, noch de minnelijke schikking betaalt, wordt hij gedagvaard voor de politierechtbank van de plaats waar de overtreding werd begaan. Het boetebedrag wordt bepaald door de rechter en varieert van 55 euro tot 2750 euro, afhankelijk van de ernst van de overtreding.

Dit bedrag kan lager zijn dan het wettelijk minimum als de overtreder zich in een moeilijke financiële situatie bevindt. Het boetebedrag kan zelfs teruggebracht worden naar 5,50 euro als er verzachtende omstandigheden zijn die hiertoe aanleiding geven.

Bij iedere boete komen er nog gerechtskosten en een eventuele bijdrage aan het fonds voor hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden.

Niet ingaan op de onmiddellijke inning of minnelijke schikking

We krijgen soms de vraag of het niet interessanter is om niet in te gaan op een voorstel tot onmiddellijke inning of minnelijke schikking en de zaak door een politierechter te laten beslechten. Het antwoord hierop hangt af van de bewijswaarde van de onmiddellijke inning (= een proces-verbaal) enerzijds en van de hoogte van de straf en de kosten van het proces anderzijds. Weet alvast dat naar de rechtbank stappen maar zelden enig nut oplevert als vooraf een minnelijke schikking werd voorgesteld (want er werd niet ingegaan op de opmerkingen die je reeds gegeven hebt). Wat betreft de bewijskracht van het proces-verbaal, is het uiterst moeilijk - zo niet onmogelijk - om dit onderuit te halen. De bewijskracht staat namelijk vast tot het tegendeel bewezen is! Een politierechtbank zal er steeds van uitgaan dat wat een proces-verbaal vastlegt, met de werkelijkheid overeenstemt. Ook vaststellingen met onbemande camera's hebben bewijskracht. Het heeft dus weinig zin om de inbreuk zonder ernstige tegenbewijzen te betwisten voor de politierechter (net zo min als in de fase van de minnelijke schikking).

Een ernstig tegenbewijs kan zijn: Je hebt een document in je bezit waaruit blijkt dat je auto nog voor de overtreding gestolen was of je hebt een getuigenis van een persoon die toegeeft dat hij op het ogenblik van de feiten met jouw auto reed.

De politierechter is verplicht de straffen op te leggen die in de wet zijn bepaald, met dien verstande dat hij uiteraard mag vrijspreken wanneer de inbreuk niet bewezen is. Het gemiddeld tarief van de politierechters voor een overtreding van de derde graad (bijv. door het rode licht rijden) bedraagt tussen 440 euro en 550 euro terwijl je er bij een minnelijke schikking met 165 euro vanaf bent.

De andere kosten

Wie voor de politierechter moet verschijnen, moet meer dan alleen een boete betalen. Bij een gebeurlijke veroordeling moeten ook volgende kosten betaald worden:

  • De kosten van het proces (bijvoorbeeld 34,47 euro bij een vordering voor de politierechtbank jegens een overtreder).
  • Een solidariteitsbijdrage van 137,50 euro wanneer een boete van 26 euro en meer wordt uitgesproken.
  • 25 euro vaste kosten.

Daarbovenop komt nog het eventuele ereloon van de raadsman - al snel 250 euro - voor wie zich door een advocaat laat verdedigen.

Je vraag blijft onbeantwoord? Contacteer ons via het contactformulier of telefonisch via 055 42 60 00.