Civiele Veiligheid

De Civiele Bescherming biedt hulp aan de bevolking bij kleine en grote rampen. Ze biedt versterking aan hulpdiensten met zwaar en gespecialiseerd materieel. De Civiele Bescherming in België telt 450 beroepsleden en 650 vrijwilligers die 24 uur op 24, 365 dagen per jaar beschikbaar zijn. Zij werken in zes operationele eenheden die verspreid liggen over het Belgische grondgebied.

De Civiele Bescherming maakt deel uit van de Algemene Directie Civiele Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken. Ze komt tussenbeide op vraag van de minister van Binnenlandse Zaken, gouverneur, burgemeester, brandweer of politie.

Interventies

In 2015 is de taakverdeling tussen brandweer en Civiele Bescherming in België vastgelegd. Een aantal voorbeelden van de interventies van de Civiele Bescherming:

  • Versterking van water- en schuimvoorziening of zwaar, gespecialiseerd materieel bij brand
  • Opsporen en bevrijden van slachtoffers bij rampen of grote ongevallen
  • Inzet van gespecialiseerde teams, zoals duikers of hondenteams bij interventies of gerechtelijke missies van lange duur
  • Opruimen en vervoeren van grootschalige vervuiling in binnenwateren, havens, op stranden en in de zee.
  • Ontsmetting en opvang van bevolking bij chemische of nucleaire vervuiling
  • Afdichten van dijken en pompen bij grootschalige overstromingen
  • Produceren van waterzakjes en levering van drinkwater aan zorginstellingen en in watertorens.
  • Ondersteuning met telecommunicatiemiddelen

Materieel

De sterkte van de Civiele Bescherming ligt onder andere in het zwaar, gespecialiseerd materieel dat voor eigen interventies maar ook ter ondersteuning van interventies van andere hulpdiensten ingezet kan worden. Enkele voorbeelden van dat materieel zijn:

  • superkanon: voor het blussen van zware branden in chemische bedrijven.
  • goliathpomp: kan aan een snelheid van 66000 liter per minuut heel grote hoeveelheden water wegpompen bij bijvoorbeeld overstromingen.
  • decontaminatie-eenheden: voor het ontsmetten van mensen die besmet zijn geraakt bij een nucleair of chemisch ongeval.
  • vacuumtank: voor het snel wegzuigen en vervoeren van gevaarlijke stoffen na bijvoorbeeld een olievervuiling in een rivier of gracht.
  • waterline: kan tot 600 waterzakjes per uur aanmaken.

Gespecialiseerde teams

Een tweede sterk punt zijn de gespecialiseerde teams, zoals:

  • hulpteams met honden: sporen mensen op die bedolven zijn onder het puin
  • GRIMP (Groep voor Redding en Interventie op Moeilijke Plaatsen),
  • USAR (Urban Search And Rescue)
  • Duikteams
  • IBIS-teams (gespecialiseerd in het opsporen van overleden personen, voornamelijk in samenwerking met het Disaster Victim Identification-team (DVI) van de Federale Politie)

Op vraag van de minister van Binnenlandse Zaken nemen er ook geregeld agenten van de Civiele Bescherming deel aan internationale missies. Samen met mensen van de brandweer, geneeskundige hulpverleners en communicatiespecialisten van Defensie vormen zij op dat moment een "B-Fast team". B-Fast wordt naar rampgebieden in het buitenland gestuurd als de getroffen landen na bijvoorbeeld overstromingen of aardbevingen niet meer de vereiste hulp kunnen aanbieden. In 2010 is er bijvoorbeeld een B-Fast team uitgestuurd na de aardbeving in Haïti.