Zonaal veiligheidsplan

Om het plaatselijke politiebeleid vast te leggen stelt elke zone in de schoot van de zonale veiligheidsraad jaarlijks een zonaal veiligheidsplan (het vroegere veiligheidscharter) op. De bepalingen hieromtrent zijn terug te vinden in artikels 35 en 36 WGP.

De zonale veiligheidsraad is een omvorming van het lokaal vijfhoeksoverleg. De raad is samengesteld uit de burgemeester(s), de procureur des Konings, de korpschef van de lokale politie en de directeur-coördinator van de bestuurlijke federale politie of zijn afgevaardigde.

Het zonale veiligheidsplan omvat de prioritaire opdrachten die door de burgemeester(s) en de procureur des Konings, elk voor wat zijn bevoegdheden betreft, worden vastgesteld en dit in het kader van een geïntegreerde aanpak. Voorts wordt er in dit plan nog omschreven welke capaciteit de lokale politie zal besteden aan bestuurlijke en gerechtelijke taken, opdat beide aspecten te allen tijde kunnen worden gewaarborgd en omvat het ook een bepaling van de capaciteit die de lokale politie aan federale opdrachten dient te besteden (art. 36, 2° en 3° WGP). De zonale veiligheidsplannen dienen rekening te houden met het nationale veiligheidsplan. Daarom worden alle zonale veiligheidsplannen ter goedkeuring voorgelegd aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie, opdat deze zich ervan kunnen vergewissen dat de federaal vastgelegde prioriteiten terug te vinden zijn in de zonale veiligheidsplannen.

(Bron: Politieraad en politiecollege - Politeia, 2000)