Parketmededeling inzake \"Cybercrime\"
Persbericht PSV (Provinciaal Parket SamenwerkingsVerband) Cybercrime Oost-Vlaanderen
Naar aanleiding van het artikel in De Standaard van vandaag, kan de volgende aanvullende toelichting worden verstrekt.
In het kader van de centralisatie van know how en expertise binnen de parketten werden in het ressort van Gent, door het Parket-Generaal van Gent, provinciale parketsamenwerkingsverbanden (PSV's) gecreëerd. Dit houdt concreet in dat in Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen de respectieve parketten zich functioneel organiseren om voor wat betreft zeer kennisintensieve materies de krachten te bundelen en de expertise te centraliseren. Voor Oost-Vlaanderen betekent dit bijvoorbeeld dat Parket Gent de materies ruimtelijke ordening en milieu waarneemt voor de hele provincie Oost-Vlaanderen, dat bijvoorbeeld het Parket Dendermonde cybercrime en voedselveiligheid ter harte neemt voor de hele provincie, en dat Parket Oudenaarde bijvoorbeeld de adviezen inzake wapens waarneemt. Functioneel speelt deze beleidsoptie, die reeds meer dan twee jaar geleden genomen is, aldus perfect in op de nakende hervormingen binnen justitie.
In het kader van deze PSV werd voor wat betreft cybercrime door Parket Dendermonde, in ruggespraak met Parket Gent en Oudenaarde en de Procureur-Generaal te Gent, een zeer uitgebalanceerd beleidsplan ontwikkeld dat rekening houdt van de hedendaagse realiteit van het internet en de misdrijffenomenen die zich daarop afspelen. Het is de bedoeling om dit beleid binnen korte termijn te veralgemenen naar het gehele ressort van de Procureur-Generaal van Gent, dus ook naar provincie West-Vlaanderen.
Het beleid dat ter zake werd ontwikkeld bestaat uit drie luiken:
- een beleidsluik met betrekking tot het opsporings- en vervolgingsbeleid;
- een opleidingsluik voor wat betreft de lokale politie;
- een preventie- en communicatieluik.
Een beleidsluik met betrekking tot het opsporings- en vervolgingsbeleid
De vaststelling dringt zich op dat bepaalde vormen van cybercrime (bvb. oplichtingen via internet, soms ook hacking van e-mail accounts, belaging via het internet (cyberstalking), haatpagina's…) dermate mainstream zijn geworden, dat dit actueel dient te worden beschouwd als behorende tot de basispolitiezorg, die tot op zekere hoogte moet kunnen worden gewaarborgd door de lokale politie.
Voorts zit ook de gesofisticeerde cybercrime helemaal in de lift. Denk maar aan cyberaanvallen op de servers van bedrijven, gesofisticeerde datadiefstal, hacking met een grote publieke impact, sabotage van computersystemen, afpersing middels bijvoorbeeld 'ransomware', phishing … De beperkte capaciteit van de gespecialiseerde diensten van de Federale Politie (de zogenaamde RCCU's, Regionale Computer Crime Units) dient gevrijwaard te worden om juist deze criminaliteit te kunnen aanpakken.
Voorts is er tevens de vaststelling dat tal van cybermisdrijven zouden kunnen worden vermeden indien er bij het grote publiek een bepaalde verantwoordelijkheidszin zou worden aangescherpt. Bijvoorbeeld: een nieuwe iPhone 5 (nog in de verpakking) kan je niet kopen voor 150 EUR via eBay, een jonge schoonheid uit een exotisch werelddeel is mogelijks niet echt verliefd op een Belgische man of vrouw van middelbare leeftijd en zal het opgestuurde geld wellicht niet gebruiken om naar België te komen, je paswoord van je mailaccount zou best niet hetzelfde zijn als de voornaam van je kinderen …
Het kan aan de maatschappij evenwel niet steeds worden verantwoord dat in verhouding tot de private schade een exponentieel veelvoud aan middelen wordt ingezet om te trachten een internetdader aan de andere kant van de wereld te identificeren.
Het is de bedoeling om beleidsmatig de politionele capaciteit en de budgetten uiterst gericht in te zetten om voornamelijk die computer gerelateerde misdrijven aan te pakken die door preventie en aanscherping van de burgerverantwoordelijkheid niet vermeden kunnen worden.
Een opleidingsluik voor wat betreft de lokale politie
Binnen Oost-Vlaanderen hebben de lokale politie, de federale gerechtelijke politie en de magistratuur de krachten gebundeld samen met de Oost-Vlaamse Politie Academie (OPAC) om een opleidingstraject te ontwikkelen dat er op gericht is om de lokale politiekorpsen voldoende cybercrime know how bij te brengen om hen in staat te stellen een cybercrime basispolitiezorg te waarborgen.
De wil en positieve energie is zeer groot, dermate dat binnen dit opleidingsproject voor het einde van 2013 méér dan 1.500 Oost-Vlaamse politieagenten een first responders training gehad zullen hebben; dit is meer dan één derde van het Oost-Vlaams lokale politiebestand.
Dit wil niet zeggen dat zondermeer alle klachten gevolgd zullen kunnen worden door een intensief strafrechtelijk onderzoek. Het is de bedoeling om - zoals hierboven aangestipt - binnen de grenzen van het cybercrimebeleid kwalitatief te kunnen omgaan met internet gerelateerde criminaliteit en waar nodig slachtoffers ook te kunnen duiden op welke wijze ze mogelijks naar de toekomst toe problemen kunnen vermijden.
Een preventie- en communicatieluik
Zoals gezegd bestaat er geen politionele en justitiële capaciteit om alle computer gerelateerde misdrijven aan te pakken. Zelfs indien het personeelsbestand bij politie en justitie zou worden verdubbeld, dan nog zou dit onmogelijk zijn. Preventie is de boodschap. De burger moet bewust worden gemaakt dat sprookjes niet bestaan, ook niet op het internet. Mensen moeten leren veel voorzichtiger te zijn.
Binnen het Oost-Vlaamse cybercrime beleid zal ook aandacht worden besteed aan communicatie naar de burger toe. We moeten de boodschap durven brengen dat ze in sommige gevallen in eerste instantie zelf het best geplaatst zijn om zichzelf te helpen, namelijk door voorzichtig en bewust om te gaan met het internet.
Als de burger meedenkt zullen politie en justitie wel degelijk een verschil kunnen maken.