Een heerlijk warme zomerdag. Perfect voor een uitstapje naar zee. Op het strand bouwt je (klein)kind vlak voor je voeten een zandkasteel. Je stuurt even een sms en het volgende moment zie je je (klein)kind niet meer. Nu denk je vast dat dat jou nooit zou overkomen. Toch lopen er elke zomervakantie aan onze Belgische kusten zo’n 1200 kinderen verloren. Tijd voor maatregelen om dit te voorkomen en/of te genezen. Daarom 14 tips voor jou om veilig met je (klein)kind naar het strand te gaan!
Tips op het strand:
Herkenningspunt
Kies samen met je (klein)kind een herkenbaar punt wanneer je op het strand aankomt en ga op een plekje in de buurt van dat herkenningspunt zitten. Dit kan bijvoorbeeld een bepaald bord, een restaurant of een verdwaalpaal zijn. Zorg ervoor dat het een punt is dat ze gemakkelijk kunnen herkennen, zodat ze de plaats steeds kunnen terugvinden. Kies geen verplaatsbaar object of persoon als herkenningspunt, anders loop je het risico dat deze in de loop van de dag verdwijnen.
Zorg zelf voor herkenbaarheid
Het is niet alleen van belang om een herkenbaar plaatsje te zoeken, maar om zelf ook voor de nodige herkenbaarheid te zorgen. Maak van jullie plek een opvallende, voor je (klein)kind in het oog springende, plaats. Neem bijvoorbeeld een felgekleurde parasol mee, een fleurig windscherm, plaats een vlag op een hogere stok in de lucht of laat een windvlieger in de lucht.
Daarnaast is het handig om je (klein)kind duidelijk herkenbare kleren aan te doen. Opteer voor (zwem)kledij die eruit springt en die je van ver herkent.
Afspraken maken
Maak duidelijke afspraken met je (klein)kind voor het verderop gaat spelen. Geef onder meer concreet de ruimte aan waar ze mogen spelen en/of zwemmen. Zeg niet: “Ga niet te ver weg”, maar baken de ruimte wat af: “Blijf tussen de twee rode trappen die naar de dijk leiden.” Benadruk waar ze wél mogen spelen en niet op wat ze niet mogen doen. Want alles wat niet mag, is eens zo interessant...
Indien je (klein)kind al kan zwemmen en alleen mag gaan zwemmen, geef dan ook aan waar ze mogen zwemmen: “Tussen de gele en blauwe boei.” Maak ook duidelijk dat ze niet te ver in het water mogen gaan, bijvoorbeeld tot aan hun knieën (afhankelijk van hoe oud ze zijn).
Toezicht houden
Houd je (klein)kind goed in de gaten. Wanneer je met meerdere volwassenen aan het strand bent, zorg er dan voor dat één iemand altijd toezicht houdt. Ben je alleen op stap met je (klein)kind? Laat je dan niet te veel afleiden door je smartphone of andere zaken. Val zeker niet in slaap!
Infobandje
Een enorme geruststelling als (groot)ouder is om je (klein)kind een infobandje aan te doen. Dit is een armbandje waar je zijn/haar naam en jouw telefoonnummer op kan noteren. Daarnaast kan je er andere nuttige gegevens, zoals medicatiegebruik of je verblijfplaats opschrijven. Er lopen genoeg mensen met een mobiele telefoon op het strand rond om je (klein)kind snel weer bij te terug te brengen. Nog beter is om je (klein)kind te zeggen dat ze naar een strandredder gaan en het bandje te tonen als ze je niet meer vinden.
Mobiele telefoon
Laad je mobiele telefoon op voor je naar het strand gaat, dat mensen je in geval van nood ook effectief kunnen bellen. Controleer daarnaast of je voldoende bereik hebt.
Tips in de zee:
Bewaakte zone
Zwem alleen in dat deel van de zee waar je mag zwemmen. Deze gebieden zijn duidelijk afgebakend en staan onder toezicht van gekwalificeerde redders.
Geen vlinderbandjes
Laat je (klein)kind geen vlinderbandjes in zee dragen. Hierdoor lopen ze immers een groter risico om door de stroming van de zee meegenomen te worden. In stilstaand water zijn ze daarentegen wel erg bruikbaar.
Op armlengte afstand
Blijf in het water steeds slechts op een armlengte afstand van je (klein)kind, zeker indien ze nog niet (goed) kunnen zwemmen. Zo kan je snel reageren indien ze kopje onder gaan.
Tot aan de knieën
Ga niet dieper in het water dan net boven de knieën van je (klein)kind. Wanneer ze al wat beter kunnen zwemmen, kan dit al wat dieper. Zorg er wel voor dat ze steeds kunnen staan.
Niet varen achter boot
Er is niets zo leuk als drijven op een luchtmatras of bootje in de zee. Vaar echter nooit achter een boot, anders word je mee ver de zee ingezogen.
Nergens laten afspringen waar het niet mag
Laat je (klein)kind niet van een kade, pier of iets anders dat daar niet voor dient, springen. Dit is niet alleen verboden, maar ook levensgevaarlijk.
Wat doe je als je kind toch verdwaalt?
Ook al hou je je (klein)kind elke seconde in de gaten, toch kan je ze in een oogwenk tussen de mensenmassa kwijtraken. Wat moet je doen als je kind verdwenen is?
Waarschuw onmiddellijk de dichtstbijzijnde strandredders. Zeg duidelijk tegen de strandredder waar je je (klein)kind voor het laatste gezien hebt. Deel ook nuttige gegevens mee, zoals de naam, leeftijd, kleding, uiterlijk … Geef het nummer van je mobiele telefoon door, zodat je steeds bereikbaar bent voor de strandwachters en voor mensen die je (klein)kind eventueel gevonden hebben.
Begin daarna zelf te zoeken. Handig om te weten, is dat kinderen bijna altijd met de wind mee en de zon in de rug lopen. Het is dus aan te raden om eerst in die richting te zoeken. Meisjes met lange haren doen echter vaak het tegenovergestelde. Zij lopen vaker tegen de wind in, om hun haar uit hun gezicht te houden.
Ook goed om te onthouden, is dat kinderen zelden in het water gaan als ze verdwalen. Ze kunnen wel een heel eind de verkeerde kant uit lopen, maar nooit in de richting van het water.
Indien je met meerdere volwassenen op het strand bent, is het best dat iemand op jullie vaste plek blijft zitten. Je (klein)kind kan namelijk uit eigen beweging terug naar jullie plaats komen.
Is je (klein)kind terecht? Wees dan vooral niet boos, maar troost. Grote kans dat hij/zij net zo is geschrokken als jij!
Blijf vooral niet zitten met een enorm schuldgevoel. Echt, het kan iedereen overkomen.