Jo Celis is de senior van de maand augustus

Geboren en getogen Leuvenaar Jo is stadsgids, auteur, voormalig opleidingsverantwoordelijke én een gepassioneerd verteller. Zijn leven is verweven met de geschiedenis van de stad. Van zijn jeugd in Kessel-Lo en schooltijd op de Oude Markt tot zijn jarenlange inzet om Leuven en zijn verhalen dichter bij de mensen te brengen. Met boeken als Leuven, stad van kennis en zijn talloze rondleidingen laat hij het belang van menselijke verbinding zien.

Jo Celis
  1. Jo, Ik ben superfier dat ik je kan interviewen. We zijn al 40 jaar buren en ik heb bij voorbaat spijt dat je samen met Mia gaat verhuizen naar het centrum van de stad, maar tja, uit het oog is zeker niet uit het hart!

 

"Dat ik heel mijn leven in Leuven ben blijven wonen, komt doordat ik hier iets meer dan 40 jaar geleden Mia heb leren kennen. Ik was toen al stadsgids en zij wandelde mee op een van mijn rondleidingen en zo zijn we aan de praat geraakt. 

Mia werkte toen al in Leuven maar zat nog "op kot" in een prachtig herenhuis in de Herestraat. In 1984 zijn wij getrouwd en een jaar later gingen we op zoek naar een eigen huis. 

In 1985 hebben we, toen we aan het wandelen waren op "den boulevard", onze stoute schoenen aangetrokken en zijn gaan aanbellen op de Naamsevest 134. We hadden via via gehoord dat de eigenaar eraan dacht om zijn huis te verkopen en nadat we, in avant-première een rondleiding hadden gekregen. hebben we meteen een bod gedaan en zo zijn we buren geworden.

In 1992 hebben we twee jongetjes uit Ecuador geadopteerd: Carlo en Armando. Carlo was op dat ogenblik 2,5 jaar oud en moest eerst wel wat wennen aan zijn nieuwe omgeving. Hij wou vooral de buitenwereld verkennen en "vamos" was de strijdkreet waarmee hij ons naar buiten lokte. Armando was nog een kleine baby maar had van in het begin een heel eigen willetje.

Wat ik me nog goed herinner is het warme onthaal waarmee de hele buurt onze twee jongetjes welkom heette: kinderstoeltjes, fietsjes, speelgoed werden door vele buren ten huize Celis afgeleverd. 

Leuven is zo ook de thuisstad van onze twee zonen geworden: zeker Carlo voelt zich een echte Leuvenaar en als het van Armando had afgehangen waren we hier nog altijd blijven wonen.

We gaan ook niet uit Leuven weg, we verlaten dit grote huis voor een kleiner appartement dichter in het stadscentrum."

 

  1. Jo, Van harte welkom bij 'senior van de maand'. Laten we beginnen bij het begin. Geboren en getogen Leuvenaar, hoe heeft dit jouw pad getekend? 

 

"Ik ben geboren op 15/2/1958, zoals alle Leuvense baby's uit die tijd in de H. Hart kliniek in de Naamsestraat. Mijn papa was een geboren en getogen Leuvenaar. Zijn ouderlijk huis, waar mijn opa en oma nog woonden, stond in de Zwartzustersstraat. Mijn mama is afkomstig van Borgloon. Mijn papa heeft haar bij toeval leren kennen. Zij was een pennenvriendin van een vriend van onze papa. Die vriend had met mijn mama afgesproken dat hij haar zou komen bezoeken maar die dag was hij verhinderd en daarom heeft hij mijn papa in zijn plaats gestuurd. Van het een kwam het ander, al vroeg mijn opa zich wel af waarom zijn zoon “zoveel schoon volk tussen Leuven en Borgloon aan zich voorbij liet gaan …"

Nadat mijn ouders zijn getrouwd, zijn zij in Kessel-Lo gaan wonen, dicht bij de abdij van Vlierbeek. Mijn papa sprak natuurlijk perfect 'Leives', maar omdat mijn mama daar niets van begreep, en ook wel omdat mijn papa leraar Nederlands was, ben ik in het 'Algemeen Beschaafd Nederlands' opgevoed. 

Tot en met het derde leerjaar ging ik naar de Abdijschool in Vlierbeek. Vanaf het vierde leerjaar waren jongens daar niet meer welkom en dan ben ik naar de 'Jozefieten' op de Oude Markt gegaan. Mijn papa, Wim Celis, was daar leraar Nederlands en wiskunde en zijn broer; oom Renaat was er leraar Frans. Je mag dus rustig zeggen dat wij 'helemaal thuis op de Oude Markt' waren.

De rest van mijn jeugd bracht ik vooral in de stad door. Daar ging ik naar school, met de bus of met de fiets, en daar heb ik ook gestudeerd. Ik mocht dan wel niet op kot gaan, maar ik kreeg van mijn ouders wel voldoende vrijheid, "zolang ik mijn studies maar niet verwaarloosde".

Na die studies leerde ik Mia kennen en dat is meteen de reden dat ik in Leuven ben blijven plakken.

Intussen voel ik mij ook veel meer Leuvenaar dan ex-inwoner van Kessel-Lo."

 

  1. In een tijd waarin we steeds meer geconnecteerd zijn via internet en sociale media richt 'Senior van de maand' zich op verbinden van de Leuvense bevolking, lokale verhalen en gemeenschapsinitiatieven. Hoe belangrijk vind je die menselijke maat en verbinding in een steeds globalere wereld?

 

"Als stadsgids merk ik zelf hoe belangrijk menselijk contact is en blijft. Je zou perfect een rondleiding kunnen aanbieden via een podcast of een audiogids maar dan heb je geen interactie meer met je publiek en kan je je verhaal ook niet persoonlijk maken. Terwijl dat nu net is wat mensen appreciëren: iemand die een boeiend verhaal vertelt op maat van hun eigen achtergrond en interesses.

Het belang van menselijk contact merkte ik ook in mijn beroepsleven. Ik was zelf opleidingsverantwoordelijke en heb opleidingen gegeven rond leiderschap, samenwerking binnen teams, communicatie ... In de Covid-periode moest dat allemaal uitsluitend digitaal en virtueel gebeuren en al kon je de inhoud wel aanpassen, opleidingen verloren toch een deel van hun waarde en effect omdat deelnemers niet meer fysiek bij elkaar aanwezig zaten. Het 'kampvuur moment' van een workshop ging op die manier verloren.

Een boeiend verhaal dat je op een persoonlijke manier brengt, blijft altijd langer hangen.

En door elk contact dat je maakt, hoe kort dat ook is, help je verder bouwen aan een lokale gemeenschap."

 

  1. Jo, je hebt onlangs een boek geschreven over de geschiedenis van Leuven: 'Leuven, stad van kennis. Biografie van een stad' Wat was jouw drijfveer?  

      

"Voor mij is dit boek een aanvulling op mijn rondleidingen. Daarin vertel ik heel veel verhalen over de grote en kleine geschiedenis van onze stad. Dat is leuk, maar na elke rondleiding zijn die verhalen en anekdotes als het ware weggevlogen.

Door er een aantal van op te schrijven hoop ik dat zij wat langer blijven hangen. In het boek kon ik ook een aantal gebeurtenissen kwijt die de geschiedenis van Leuven hebben bepaald maar die tijdens een rondleiding zelden of nooit aan bod komen omdat ze minder zichtbare sporen hebben nagelaten.

En tenslotte merk ik, en dat doet me veel plezier, dat ik met dit boek een publiek bereik dat misschien niet altijd tijd of zin heeft om de stad te bezoeken maar dat toch geïnteresseerd is in de groei en ontwikkeling van onze universiteitsstad.

Het boek is inderdaad een heuse aanrader! Ikzelf heb het boek op twee dagen uitgelezen, echt iets voor elke Leuvenaar!

 

  1. Jo, je hebt een indrukwekkende carrière opgebouwd als expert op velerlei gebied. Maar voor je deze weg insloeg, wat was jouw achtergrond en wat waren je eerdere ambities? kun je ons iets meer vertellen over je persoonlijk leven?

 

"Na mijn humaniora vond ik het moeilijk om een universitaire richting te kiezen. Ik wist alleen dat ik niet wilde lesgeven zoals mijn papa en mijn oom. Uiteindelijk koos ik voor de richting ingenieur-architect. Een slechte student was ik daar niet, maar ik heb nooit de ambitie gehad om een eigen bureau op te richten. 

Daarna heb ik stedenbouw bijgedaan en was ik een tijdlang verbonden aan het Centrum voor Stedenbouwkundige Geschiedschrijving van de KU Leuven.

Maar dan ben ik een hele andere weg ingeslagen en werd ik systems engineer bij IBM. Daar begon ik ook technische opleidingen te geven en toen stelde ik vast dat lesgeven mij toch ook wel lag. 

In die richting ben ik verder blijven gaan, als opleidingsmedewerker en -verantwoordelijke voor verschillende bedrijven. Intussen verschoof het inhoudelijke accent wel: ik gaf hoe langer hoe minder technische cursussen en legde mij in de plaats daarvan toe op workshops rond leiderschap; teamwerking en communicatie.

Tenslotte heb ik in 2016, samen met een collega, een eigen bedrijf opgericht, 'Indra Partners' waarmee we ons eigen opleidingsmateriaal ontwikkelden en werkten voor klanten als IKEA, de NATO, POLO-architects en andere grote en kleine organisaties.

Vandaag ben ik, sinds iets meer dan een jaar, met pensioen."

 

  1. Jo, Met het boek over 600 jaar Leuven, was je niet aan je proefstuk toe. In 1991 heb je samen met Pieter Uyttenhove het boek 'De wederopbouw van Leuven na 1914' geschreven. Voor mij een fantastisch naslagwerk van wat de oorlog in Leuven had aangericht. Vanwaar kwam die fascinatie voor dit werk?

 

"Zoals iedereen moest ik op het einde van mijn studie voor ingenieur-architect een thesis maken. Onze promotor, Marcel Smets, had Pieter en mij hetzelfde onderwerp toegewezen, zonder al in detail te weten wat over dat onderwerp te vinden zou zijn.

Al snel bleek dat in het stadsarchief een ongemeen rijke schat aan informatie lag waar nog niemand grondig naar had gekeken. Samen met Pieter heb ik dan plannen bestudeerd, discussies in de gemeenteraad en onder architecten gevolgd, tientallen foto's van verwoeste panden bekeken en bouwaanvragen vergeleken.

Het resultaat was een zeer goed onthaald eindwerk dat mee geleid heeft tot verder onderzoek naar de wederopbouw in andere steden zoals Aarschot, Veurne, Diksmuide, Ieper en Dendermonde en tot een tentoonstelling voor het Gemeentekrediet.

Het blijft een fascinerende periode die bijvoorbeeld in Leuven het uitzicht van de stad tot vandaag heeft bepaald."

 

  1. Hoe ervaar je Leuven tegenwoordig?

 

"Ik vind zelf dat Leuven de laatste jaren op alle vlakken verbeterd en gegroeid is. De stad is veel dynamischer en aangenamer geworden en lijkt in weinig meer op het Leuven van mijn jeugd. Toen was Leuven een wat ingeslapen provinciestadje waarin alleen de studenten voor wat leven zorgden. Als die in de zomer met vakantie waren, was het hier een dode boel.

Dat is intussen helemaal veranderd. Historische gebouwen werden gerestaureerd, in en rond de stad kwamen nieuwbouwprojecten met interessante hedendaagse architectuur en Leuven leeft nu het hele jaar door. Dat is begonnen met Marktrock en daar zijn intussen de Beleuvenissen, het M-idzomerfestival en zoveel andere activiteiten bijgekomen dat ik nu zelf soms mensen nostalgisch hoor spreken over de tijd dat er hier in de zomer niets te doen was.  

Leuven is een aangename stad geworden om in te wonen. Aan de ene kant is het een kleine stad waarin alles op wandelafstand van elkaar ligt en waarin mensen elkaar nog kennen. Tegelijk kan de stad op cultureel vlak en zeker qua uitgaansleven wedijveren met grote steden als Antwerpen, Brussel en Gent.

Wat mij ook opvalt is dat, vergeleken met vroeger, het onderscheid tussen 'studenten' en 'gewone Leuvenaars' vervaagt. Vroeger had je veel meer cafés en eetgelegenheden die ofwel voor de studenten waren ofwel voor de burgers, vandaag loopt dat allemaal veel meer door elkaar.

Daardoor komt Leuven over als een levendige, open en erg jonge stad. Dat hier naar verhouding veel hoger opgeleiden wonen speelt daar ook een rol in.

Voor wie, zoals ik, in Leuven woont, is het circulatieplan een goede zaak: dat auto’s plaats hebben moeten ruimen voor voetgangers en fietsers heeft vele buurten deugd gedaan.

Jammer genoeg moet je voor die vooruitgang ook een prijs betalen. Wonen in Leuven is duur geworden en de stad dreigt een wat exclusief kantje te krijgen. En soms moet je als voetganger erg goed uitkijken als je niet door fietsers van je sokken wil gereden worden.

Maar telkens als ik terugkeer van een uitstap of een vakantie besef ik dat Leuven toch de plaats is waar ik echt thuiskom."

 

Bedankt Jo voor dit interview, maar vooral was het een plezier voor mij om dit gesprek te voeren met een gepassioneerde Leuvenaar.

Labels