• Sluit steeds uw fiets af, ook al stalt u deze voor een korte periode.
• Koop een stevig fietsslot. Indien uw fiets is uitgerust met een beugelslot kijkt u best even na of dit stevig genoeg is.
• Naast het gewone beugelslot is het aangeraden om een extra slot te voorzien waarmee u uw fiets kan verankeren aan een vast voorwerp. (bijvoorbeeld: paal, fietstalling, …)
• In een fietsenstalling zet u, indien mogelijk, beter uw fiets met de achterband in de stalling. Dieven hebben veel meer werk om het achterwiel los te maken van het fietskader.
• Indien uw fiets is voorzien van vleugelmoeren vervangt u deze beter door vaste moeren. U maakt het de dieven het best zo moeilijk mogelijk.
• Zorg er ook voor dat een dief niets anders kan meenemen. Verwijder daarom eventuele fietspompen, afneembare fietsverlichting, laat niets achter in uw fietszakken, …

Bij de fietsmarkering ontvangt u ook een fietspas. Vul deze zo volledig mogelijk in en bewaar deze thuis. Deze fietspas zal u helpen om een nauwkeuriger aangifte te doen in geval van diefstal. Hou zeker ook het aankoopbewijs van uw fiets bij zodat u later kan bewijzen dat dit uw fiets is.

De preventiedienst en de politie engageren zich om de fietsstallingen, zo goed als mogelijk, vrij te houden. Vaak staan er in de fietsstallingen achtergelaten fietsen die het geheel een slordige indruk geven en de plaatsen beperken. Daarom houdt de preventiedienst een oogje in het zeil om de niet gebruikte fietsen te verwijderen.

Meer informatie?

Lees de folder Laat je fiets niet aan zijn slot over (undefined, 2 MB) (FOD Binnenlandse Zaken).