Interventie en algemeen toezicht

Voor de noodoproepen zijn steeds minimaal twee interventieploegen op pad in onze politiezone. Tijdens de weekendnachten is er nog een derde interventieploeg voorzien, de zogenaamde terreinondersteuningsploeg (TOP). Daarnaast zetten we voor speciale acties of evenementen ook extra ploegen in (toezicht fuiven, toezicht horeca, WODCA-controles, drugsacties, ...).

De interventieploegen worden aangestuurd vanuit de meldkamer in Antwerpen. Hier komen alle 101-noodoproepen terecht.

De uitvalsbasis van de interventieploegen is het hoofdkantoor in Mol. Elke ploeg heeft een patrouillesector onder zijn verantwoordelijkheid, zodat elke gemeente van de politiezone wordt beveiligd. Door deze indeling in sectoren kan de aanrijtijd minimaal blijven.

Specifieke taken

De interventieploegen voeren een algemeen toezicht uit, maar krijgen ook specifieke opdrachten toegewezen als vakantietoezicht, opsporen van gezochte personen en voertuigen, verkeerstoezicht op aangewezen plaatsen, ...



Dringende interventies zijn onder andere.:

• hulp bieden aan een persoon in gevaar of dreigend gevaar;
• het nemen van de eerste maatregelen bij een gevaarlijke situatie, een hindernis op de openbare weg, een diefstal met heterdaad of dringende opsporing als gevolg van een misdrijf;
• het bewaren van sporen bij misdrijven, het verwittigen van personen;
• verkeersongevallen.

Niet dringende interventies zijn onder andere:

• interventies waarbij een spoedige tussenkomst van de politie zich niet opdringt of niet vereist is, kunnen uitgesteld of onderbroken worden. Ze worden steeds binnen een redelijke termijn afgehandeld;
• indien de oproep onmiddellijk duidelijk is in te schalen als een niet-dringende oproep, kan de oproeper doorverwezen worden naar een specifieke projectcel of de wijkwerking.