regels in fietszones
Wat mag er wel en niet in een fietszone? Je leest het hier.

Hierbij het artikel 22novies uit de Wegcode waarin het verkeer in fietszones wordt geregeld:
Artikel 22novies. Verkeer in fietszones
- In fietszones mogen de fietsers de ganse breedte van de rijbaan gebruiken voor zover deze slechts opengesteld is in hun rijrichting en de helft van de breedte langs de rechterzijde indien de rijbaan opengesteld is in beide rijrichtingen.
- Motorvoertuigen hebben toegang tot fietszones. Zij mogen de fietsers evenwel niet inhalen. De snelheid mag in een fietszone nooit hoger liggen dan 30 kilometer per uur.
- Worden voor de toepassing van dit artikel met fietsers gelijkgesteld: de bestuurders van rijwielen of speed pedelecs.
Hierin de definitie van motorvoertuig: 2.16. "Motorvoertuig" : elk voertuig uitgerust met een motor, bestemd om op eigen kracht te rijden.
Hierbij een toelichting:
- Fietsers mogen dus auto’s inhalen in een fietszone. Ook speed pedelecs mogen dat, aangezien zij in een fietszone worden gelijkgesteld met fietsers en omdat speed pedelecs niet voldoen aan de definitie van een motorvoertuig,
- Je mag niet meer dan 30 km/u rijden in een fietszone. Ook speed pedelecs worden geflitst!
- Je mag enkel inhalen langs links, dus rechts een voertuig inhalen mag niet.
- Ook al doet een fietser teken aan de bestuurder van een motorvoertuig om toch in te halen, dit is niet toegelaten.
- Fietsers mogen nooit over het trottoir rijden, dat is overal verboden.
De voorrangsregels gelden zoals ze plaatselijk zijn aangegeven:
- Geldt de algemene regel, voorrang aan rechts, of is het verkeersbord B17 (kruis) geplaatst, dan zullen fietsers ook in een fietszone voorrang moeten verlenen aan auto’s die van rechts komen.
- Is de straat in de fietszone een voorrangsweg, aangegeven door het verkeersbord B15, dan dient er door de fietsers geen voorrang verleend te worden aan de voertuigen die van rechts komen. Het is dus een kwestie de plaatsgesteldheid na te gaan.