Crowdmanagement: voortdurend veranderende praktijken

In het kader van de campagne #wederzijdsrespect, de rode draad van onze kalender 2022, staan we deze maand stil bij het beheer van betogingen. Sinds de jaren '90 werkt de politie volgens een 'genegotieerd beheer van de openbare ruimte' (GBOR), een methode die breekt met het verleden. Hoewel er vandaag meer overleg en wederzijds respect is, moet de politie ook het hoofd bieden aan een nieuwe manier van protesteren: de New Way of Protesting.

Crowdmanagement: voortdurend veranderende praktijken

Aangezien de politie integraal deel uitmaakt van de samenleving en samen met haar evolueert, is de ordehandhaving tijdens betogingen de afgelopen decennia sterk veranderd. Amper vijftig jaar geleden waren betogers nog de vijand in de ogen van de ordediensten. "Ik herinner mij de tijd dat elke rijkswachter op ordedienst vertrok met een grendelgeweer Lee Enfield (standaardwapen van de Britse infanterist tijdens de wereldoorlogen), met tien veiligheidspatronen én met een spijkerbajonet aan de gordel … Orde was toen de topprioriteit. Achteruit gaan en terrein prijsgeven werd beschouwd als vaandelvlucht. Dit zou de ‘tegenstrever’ of ‘vijand’ trouwens overmoedig kunnen maken. Het was een spiraal van geweld waar we mede hoofdrolspeler waren, maar we beseften het zelf niet eens", zo vertelde Johan Teirlinck ons enkele jaren geleden (Lead@Pol pp. 9-11). Hij lag later aan de basis van de omzendbrief OOP41 over het genegotieerd beheer.

Het Heizeldrama, de demilitarisering van de rijkswacht (1992) en de verschijning van de wet op het politieambt waren belangrijke mijlpalen. De term 'genegotieerd beheer' werd voor het eerst gebruikt in 1997. Repressie maakte plaats voor onderhandeling en dialoog. Beetje bij beetje kwam een referentiekader tot stand dat werd omgezet in operationele concepten. Het genegotieerd beheer van de openbare ruimte of 'GBOR' heeft als doel de personen die gebruikmaken van hun recht op vrije meningsuiting te begeleiden zonder dat de rest van de bevolking er grote gevolgen van ondervindt. Het gaat om de responsabilisering van alle actoren en het gezamenlijke streven naar een compromis. De politie gebruikt slechts in allerlaatste instantie dwang en geweld, wanneer de andere middelen zijn uitgeput.

 

Meer wederzijds respect

"Over het algemeen kunnen we stellen dat er een wederzijds respect bestaat tussen betogers en politie. Doorgaans gaan de organisatoren van een betoging eerst samenzitten met de autoriteiten en de politie om op een open en transparante manier met elkaar te praten. Maar jammer genoeg worden de regels soms ook met voeten getreden", vertelt hoofdcommissaris Koen Van Overtveldt, directeur-coördinator (dirco) van de Coördinatie- en steundirectie (CSD) van Brussel.

De laatste tijd is er met de sociale media een nieuwe problematiek opgedoken: de New Way of Protesting. "De nieuwe vormen van protest hebben drie kenmerken: ze hebben geen officiële organisatoren en dus kunnen we niet met hen praten, ze vragen geen toelating en ze mobiliseren mensen via de sociale media. Van onze kant is het moeilijk om hun aantal in te schatten. Als er 60 000 zijn ingeschreven op de sociale media, hoeveel zullen er dan ter plaatse komen opdagen?", betreurt Koen Van Overtveldt.

Het verplichte 'klassieke stramien' voor een betoging, ongeacht de omvang ervan, voorziet nochtans in fysieke of digitale ontmoetingen tussen de vertegenwoordiger(s), de burgemeester en de politie om alles in goede banen te leiden. Op die manier kunnen de ordediensten advies geven en een vertrouwensband tot stand brengen. Indien de betoging wordt toegelaten of getolereerd, worden er vooraf regels vastgesteld (timing, parcours, stewards enz.).

Het genegotieerd beheer van de openbare ruimte legt de klemtoon op preventie om het risico op incidenten zo laag mogelijk te houden. Maar als bepaalde regels niet worden gerespecteerd of als er geweld uitbreekt, kan het voor de politie noodzakelijk zijn om over te gaan tot controle en repressie. ​​​​​​​

 

Mogelijke problemen

In de praktijk kunnen de feiten complex zijn. "Soms dienen de betogers geen aanvraag in en als ze dat wel doen, gebeurt het soms dat gewelddadige groepen ervan profiteren om zich onder de betogers te mengen. We zitten dan met heterogene bijeenkomsten, hybride situaties die moeilijk te beheren zijn."

Tegenover deze nieuwe vormen van betogen is het thema New Way of Protesting naar voren gekomen als strategische doelstelling in het kader van het programma politioneel beheer van de openbare ruimte van het nieuwe Nationaal Veiligheidsplan (NVP) en is het opgenomen in de algemene beleidsnota van de minister van Binnenlandse Zaken. "Gelet op de urgentie en het feit dat het NVP pas ingaat in 2022, werd gevraagd om al in 2021 een werkgroep op te richten. Zo zijn er in het voorjaar acht denkgroepen in het leven geroepen om met concrete acties en aanbevelingen te komen in 2025", zegt Koen Van Overtveldt die de werkgroep leidt met hoofdcommissaris Aline Lefèvre van de politiezone Brussel HOOFDSTAD Elsene.

De verschillende groepen buigen zich over: de informatievergaring (o.a. monitoring van sociale media), de mobilisering van de ploegen binnen de 24 uur, risicoanalyses, nieuwe technologieën (bodycams, drones), de opleiding van de politiemensen, de middelen en tactieken van het genegotieerd beheer, de interne en externe communicatie en de commandostructuur.

 

De communicatie institutionaliseren

Het wederzijds respect is zeer aanwezig in dit denkwerk, met name in termen van communicatie. "Het gebeurt soms dat de bevolking onze interventies niet begrijpt. We moeten hen kunnen uitleggen waarom we in samenspraak met de bestuurlijke en gerechtelijke overheden beslissen een betoging te beëindigen en waarom we in sommige gevallen dwang gebruiken. Er moet met de partners worden nagedacht over hoe we die informatie kunnen verspreiden: met speakers, via sms, op een meer geïnstitutionaliseerde manier?", onderstreept Koen Van Overtveldt.

In totaal komen een zestigtal personen op gezette tijden bijeen om de acht thema's van de werkgroep te bespreken. "Deze groepen van 7 tot 15 personen, afhankelijk van de materie, bestaan zowel uit politiepersoneel als administratief personeel, zowel van de Federale Politie als van de Lokale Politie. Er zijn regelmatig evaluaties."

Ook tijdens de besprekingen tussen de collega's is het wederzijds respect sterk aanwezig. "Elkaar helpen is essentieel, zowel op het terrein als in de discussiegroepen. Iedereen is zich ervan bewust en verdedigt het belang van dit gezamenlijke project!", aldus de directeur-coördinator van de Coördinatie- en steundirectie van Brussel.