Aanpak van sociale fraude: de MOTEM

23/02/22, Brussel. - Vandaag heeft de minister van Justitie een evaluatie bijgewoond over de sociale MOTEM: gemengde onderzoeksteams van de Federale Gerechtelijke Politie (FGP) en de Sociale Inspectiediensten die onder leiding van het Openbaar Ministerie zware dossiers van georganiseerde sociale fraude aanpakken. In de periode 2018-2021 zijn er 282  dossiers van sociale fraude opgestart door de FGP en werd er voor 62 miljoen euro in beslag genomen. In 60% van deze dossiers werd intensief samengewerkt met de sociale inspectiediensten. De MOTEM zorgt voor een meer efficiënte aanpak van sociale fraude, maar er is nog ruimte voor verbetering.

Vormen van sociale fraude

Sociale fraude kent verschillende verschijningsvormen, waarvan zwartwerk de meest bekende is. Sociale fraude omvat ook domiciliefraude (valse verklaring over de woonplaats om een uitkering te krijgen), werken met een vals statuut zoals schijnzelfstandigheid, extra werkuren binnen een deeltijds contract die niet in het uurrooster staan, etc.

Een belangrijke vorm van sociale fraude is sociale dumping, waarbij werknemers uit de EU hier tewerk worden gesteld onder het mom van detachering, maar in werkelijkheid uitgebuit en zwaar onderbetaald worden. Vaak worden ook geen sociale bijdragen betaald in het land van herkomst.

 

Gevolgen van sociale fraude

Sociale fraude heeft niet alleen een zware weerslag op de slachtoffers, maar ook op de economie én de overheid. Sociale fraude zorgt voor concurrentievervalsing en duwt eerlijke bedrijven uit de markt. De overheid verliest honderdduizenden tot zelfs miljoenen euro’s aan sociale bijdragen. De werknemer staat in een zwakke positie, loopt het risico uitgebuit te worden en heeft geen recht op een inkomen bij ziekte of een ongeval. De werkgever strijkt ondertussen miljoenen euro’s op, onder andere door buitenlandse postbusbedrijven in te schakelen die zogezegd instaan voor de detachering naar België. Bij sociale dumping levert één werknemer naar schatting een voordeel van ongeveer 38.000 euro per jaar op aan de werkgever.

Aanpak van sociale fraude

Voor de aanpak van sociale fraude zijn verschillende initiatieven genomen. Eén van de maatregelen is de oprichting van de MOTEM (1): een multidisciplinair onderzoeksteam waarin de Federale Gerechtelijke Politie (FGP) en de Sociale Inspectiediensten (2)  samen grote dossiers van georganiseerde sociale fraude aanpakken. De samenwerking tussen de diensten begon in de jaren 90, maar toen werd de politie voornamelijk ingeschakeld om de sterke arm te verlenen.

Bij de optimalisatie van de Federale Politie in 2014 werd voorzien in de oprichting van een MOTEM. In 2017 werd een protocol ondertekend dat in november 2019 aangevuld werd met het nodige werkingskader. De MOTEM dient de georganiseerde criminaliteit aan te pakken. Kleinere inbreuken worden door de inspectiediensten zelfstandig afgewerkt.

Evaluatie van de MOTEM

Van 2018 tot en met 2021 werden door de Federale Gerechtelijke Politie in België 282 dossiers rond sociale fraude opgestart, waarvan 91 in Oost- en West-Vlaanderen, 61 in Antwerpen en Limburg, 60 in Brabant, 44 in Luik en Luxemburg, en 25 in Henegouwen en Namen. Qua capaciteit betekent dit dat 80 rechercheurs permanent rond georganiseerde sociale fraude gewerkt hebben. In zo'n 60% van deze 282 dossiers werd intensief samengewerkt met de sociale inspectiediensten.

In ongeveer 20% van deze 282 dossiers konden waardevolle inbeslagnames uitgevoerd worden met het oog op de definitieve verbeurdverklaring voor de rechtbank. Zo werd in de afgelopen vier jaar 62 miljoen euro in beslag genomen. Dit betreft enkel het deel dat door de MOTEM werd gerealiseerd langs gerechtelijke kant, de regularisaties door de inspectiediensten in deze dossiers of hun eigen dossiers ‘sociale fraude’ zijn hierin niet meegeteld.

In de MOTEM werkt de Federale Gerechtelijke Politie het vaakst samen met de RSZ, gevolgd door TSW en RVA. De SIOD coördineert de sociale inspectiediensten bij grootschalige acties.

Het absolute voordeel van de MOTEM is dat elke dienst vanuit zijn sterkte en specialisatie een bijdrage levert aan het onderzoek. Hierdoor is er een betere beeldvorming van de criminele organisaties. In overleg met de arbeidsauditeur wordt de aanpak bepaald. Dit gebeurt volgens een vastgelegd onderzoeksplan op een efficiënte manier en met veel informatie-uitwisseling. Naast het vatten van de verdachten, is het vooral van belang om de illegaal verkregen voordelen te berekenen en maximaal te recupereren. Bij deze aanpak geldt duidelijk:  1 + 1 = 3.

Uitdagingen voor de toekomst

Er zijn nog enkele verbeterpunten naar de toekomst toe. Zo is de beschikbare capaciteit beperkt, waardoor maar een deel van de organisaties kan aangepakt worden. Het concept MOTEM zou nog meer moeten toegepast worden en de buitgerichtheid moet opgedreven worden. De informatiedoorstroming van politie naar sociale inspectiediensten moet ook verder versoepeld worden, momenteel kan dit enkel dossiermatig.

De medewerking vanuit het buitenland verschilt sterk van land tot land. De internationale aanpak kan geïntensifieerd worden.

Een voorbeeld uit de praktijk

Op dinsdag 30 november 2021 werden op een tiental adressen huiszoekingen uitgevoerd naar aanleiding van een onderzoek naar detacheringsfraude, uitbuiting en illegale tewerkstelling in de bouwnijverheid. De organisatoren worden ervan verdacht zich te verrijken door het systematisch onderbetalen van arbeiders, die met valse documenten aan het werk waren.

Wat voorafging…

De RSZ inspectiedienst en het Toezicht op de Sociale Wetten van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, bevoegd voor toezicht op tewerkstelling, detecteerden signalen dat een bouwbedrijf uit Aalst zich mogelijks inliet met detacheringsfraude en illegale tewerkstelling. Het arbeidsauditoraat Oost-Vlaanderen besliste om, wegens de ernst van de zaak, de onderzoeksrechter te Dendermonde te vorderen. Deze gelastte de Federale Gerechtelijke Politie Oost-Vlaanderen om het onderzoek te voeren samen met de sociale inspectiediensten. Een MOTEM werd hiervoor opgericht.

Uit het onderzoek bleek dat het bouwbedrijf werkte met werknemers uit onder andere Hongarije, Roemenië, Moldavië en Oekraïne, die via bedrijven in Hongarije en Slovakije in België werden tewerkgesteld. De verantwoordelijke van sommige van die bedrijven was een Hongaarse man uit Eeklo. Er waren echter aanwijzingen dat deze werkmensen rechtstreeks werden aangestuurd door het bouwbedrijf, dat de bedrijven in het buitenland mogelijks postbusconstructies waren en dat er ook sprake kon zijn van illegale tewerkstelling. Zo werden officiële documenten nagemaakt om de indruk te wekken dat het over een officiële detachering ging, terwijl er in werkelijkheid in Hongarije maar één werkgever ingeschreven was.

Op dinsdag 30 november 2021 werden er 11 gelijktijdige huiszoekingen uitgevoerd in Aalst, Eeklo, Denderbelle, Maldegem en Antwerpen. De zoekingen werden uitgevoerd door gemengde teams van de sociale inspectiediensten en de Federale Gerechtelijke Politie Oost-Vlaanderen (MOTEM) en concentreerden zich op de privéwoningen van de verdachten, hun bankkluizen en de verblijfplaatsen van de betrokken arbeiders.

Tijdens de actie werden twee vermoedelijke organisatoren opgepakt en voorgeleid bij de onderzoeksrechter te Dendermonde, die beide personen onder aanhoudingsmandaat plaatste. Het betrof een 52-jarige man uit Aalst en een 41-jarige Hongaarse man uit Eeklo. Op 3 december 2021 verschenen de twee verdachten voor de Raadkamer, die hun aanhouding bevestigde. Recent werden ze onder elektronisch toezicht geplaatst.

In Aalst, Eeklo en Denderbelle werden in totaal 33 werknemers aangetroffen. Ze werden verhoord over hun arbeids- en leefomstandigheden. De eerste vaststellingen tonen aan dat er mogelijks sprake kan zijn van sociale fraude, detacheringsfraude, uitbuiting en het gebruik van valse documenten. De ontdoken bijdragen kunnen mogelijks oplopen tot 7 miljoen euro. De werknemers woonden met 24 in één woning te Eeklo en verbleven er soms wel met 6 mensen in één kamer.

De arbeiders waren vooral afkomstig uit Roemenië en Moldavië. Op beslissing van de Dienst Vreemdelingenzaken werden 11 personen overgebracht naar Steenokkerzeel met het oog op hun repatriëring, 13 anderen kregen het bevel om het grondgebied te verlaten.

Bij de verdachten werden valse arbeidsdocumenten, verboden wapens, ongeveer 50.000 euro aan cash geld en een luxevoertuig in beslag genomen. Tevens werden zes woningen in België in beslag gesteld.

---



(1) MOTEM: Multidisciplinair OnderzoeksTeam - Enquete Multidisciplinaire

(2) RSZ, TSW, RVA, RIZIV, RSVZ, SIOD, …